Kijk eens hoe de knoppen aan de takken de vorst hebben overleefd. De kastanje met een kleverig laagje, de lijsterbes met zachte haartjes, zo lief als op een vrouwenarm, beschermt de knop zich effectief tegen de vrieskou.
Ondanks dat we de winter hebben gehad, lijkt de tuin door de lente overvallen. Het winterkoninkje, met zijn rechtopstaande staartje, gaat voorop en fluit onbevreesd met mooie ‘rollers’ zijn longen uit het lijf en lijkt met zijn geluid zijn omvang te willen compenseren. Tussen duim en wijsvinger hooguit 9 cm. Ook dat is sommige mensen niet vreemd.
Aan een stang bij de stal hangen wat hoefijzers. Twee jaar geleden had het vogeltje daar tussen al een prachtig nestje gemaakt, maar van broeden is het toen nooit gekomen. Nu wordt die woning opnieuw helemaal opgeknapt. Van buiten met mos en dor blad, van binnen met haren, pluisjes en veren. Hij vliegt er in en uit. Spannend.
Vorig jaar maakte ik een kerkuilenkast om boven in de stal op te hangen. Een gat naar buiten en bij mij een groot verlangen van binnen. Hij werd al snel bezet door de wespen die er een prachtig nest in zagen. Eergisteren, gisteren en vandaag zie ik een kauw schuchter het donkere gat inkijken om vervolgens weg te vliegen. “Toe maar”, hoor ik me zeggen. Dan landt hij weer met een enorme tak in horizontaal in zijn bek. Zo wil hij naar binnen en merkt dat het niet lukt. Kop scheef en duwen, nee. Zo gaat het een tijdje door. Het ziet er dolkomisch uit. Met veel doorzettingsvermogen en wat geluk verdwijnt naar binnen en ben ik helemaal ontroerd. Al is het niet de beoogde uil, het is prachtig.
In de grove dennen rondom de geheime tuin zit een hele kolonie kauwen. Ze zien er, om indruk op elkaar te maken, vol, glanzend en met hun grijze kappen indrukwekkend, uit. Jammer dat ze bij de mensen zo’n slechte naam hebben. Het onderling ‘kauwten’ klinkt altijd heel gezellig. Dan, alsof een knop omgezet wordt, zijn ze allemaal in de es voor onze keuken te vinden. De losse takken op de grond laten ze links liggen. Ze breken ze liever zelf af. Bij een es gaat dat makkelijk en met een hoorbaar droge tik. Deze verse takken zijn nog lekker buigzaam en genieten de voorkeur. Ik moet erg lachen wanneer een, waarschijnlijk jonge, kauw als enige in een andere boom hetzelfde tevergeefs probeert. Die takken zitten muurvast. Hij rukt, trekt en hangt er zelfs als een acrobaat onderste boven aan maar lukken doet het mooi niet.
De bloem van het groot hoefblad duwt zich door het oude afgevallen en bijna verteerde blad. De narcissen en krokussen staan in bloei. Het gele sterretje van het speenkruid flonkert. De zon ontvlamt de voet van de vleugelnoot. Van hemelsblauw tot roze staat het longkruid al geweldig in bloei. De boom heeft de hemel aan zijn voeten en met de lente losgebroken in de tuin voel ik hetzelfde!