ZinTUIgeN is de mooiste tuin van Noord Holland. Eén hectare vol prachtige natuur.

Flora, Mijn tuinblog, Seizoenen

Meisjes plagen

Een fris groene waas van nieuwe bladeren kleurt de tuin. Met wat zon en warmte is er geen houden meer aan. De tuin is als een luchtkussen dat wordt opgeblazen: groen vult de gaten en dringt zich op.

Bij een groepje krokussen hoor ik een naar en indringend gezoem. Het klinkt zo heftig dat ik er kippenvel van krijg. Ik buig voorover om in het hart van een paarse krokus te kijken en zie twee dikke harige hommels. Gezien de tijd van het jaar moeten dit wel koninginnen zijn. Veilig omzoomd door bloembladeren. Zo veilig klinkt het echter allemaal niet. Een flinke ruzie? Een ruzie om de troon van de krokus? Bij mijn volgende bezoek aan de krokus kijk zie ik tot mijn schrik twee dode hommels liggen. Koningin zijn bij  zoveel krokussen en dan toch op het verkeerde moment op de verkeerde plek zijn.

Voor nu en voorlopig is schreeuwend geel de modekleur in de tuin. Na de winterakonieten is het de beurt aan de narcissen, het kleine hoefblad en de sleutelbloem. In de vijver is alles nog afgestorven en daarom vallen de bloeiende dotterbloemen, als een kraag om het water, erg op. Nog even en de kleuren in de tuin zullen om het hardst schreeuwen als marktkooplieden op een zaterdagmarkt. Als de zon schijnt is het in de tuin hemel op aarde. Stervormige, gele bloemetjes van het speenkruid openen zich en flonkeren overal. Dan is er natuurlijk ook nog de forsythia.

Vogels worden opgejut door de lente. Vanmorgen was het nog donker toen ik mijn huis verliet. Een lijster zat hoog in de boom al te jubelen. De garantie dat ik blij en lichtvoetig aan de dag begin. Wat een schril contrast met de vlaamse gaaien die de boel bij elkaar schreeuwen. In de hazelaar zitten vijf gaaien achter elkaar aan. Meisjes plagen zoentjes vragen of wie is de baas?

’s Winters en in het vroege voorjaar rekken de gaaien hun territorium op van het bos naar onze tuin. Er is te weinig voedsel in het bos. Bij het uitgraven van een oude boomwortel ontdek ik hun voorraadkamer vol met hazelnoten: meer dan een handvol! Verstopt door een gaai voor slechtere tijden. In de boomzoom, rond de tuin, vind ik een hazelnoot in een afgebroken boomstam geklemd. Keurig open gepikt en leeggegeten. Een handige notenkraker. Gaaien zijn prachtige vogels. Als ze wegvliegen heel herkenbaar aan hun witte stuit en het diep roze-paars verenkleed. Als ik goed kijk en de zon helpt me dan zie ik de mooie kuif op zijn kop. Het allermooist zijn de, voor de vogel zo karakteristieke, helder blauw-zwarte veertjes die zijn vleugels aftekenen. Wat was ik als kind gelukkig en trots toen ik zo’n veertje vond. Jarenlang heb ik het gekoesterd. De herinnering aan de vogel gevat in dat ene hemelsblauwe veertje.

Nu kijk ik mijn ogen nog even uit. Zo meteen trekken ze zich weer terug  in het bos en dan zijn ze hooguit nog als gast te zien in onze tuin.